Rondreis Nicaragua ( Ometepe, Masaya, Leon, Granada, Managua, San Juan del Sur)
Ometepe: na het einde van de stage in het ziekenhuis besluit ik wat meer van het land te gaan zien. De 2-wekelijks boot naar Isla Ometepe (Ome=twee, tepe=vulkanen) duurde 11 uur, en bracht ik door in een hangmat die ik meenam en aan de reling van de boot wist te knopen. Super handig en erg aangenaam! Mn eerste dag op dit relaxte eiland in het meer van Nicaragua huurde ik een fiets, en ging ik het hele eiland door, om uiteindelijk in een cristalwater bron genaamd Ojo de Agua (oog van water) te relaxen. Rondfietsend had ik telkens zicht over de twee vulkanen (Maderas, ongeveer 1300 m en Concépcion, 1610 m hoog), en ik was dan ook vastberaden om de 2e dag op de top van de grootste te gaan staan. Mienke en Houdijn (vriend van) gingen ook, en onze tocht begon half 6 in de ochtend. Door de jungle, en over rotsen, en langzaam begin ik mn benen te voelen. Halverwege hoorden we Mienke achter ons gillen, en haasten we ons naar haar toe. Ze was een aantal meter over de rotsen gekukeld en had her en der wonden welke de gids verbond. Half 1 waren we bij de top, in de zwavel lucht, en de aarde gloeiend heet onder de voeten. Na korte tijd keerden we terug, omdat het te gevaarlijk is om in het donker terug te gaan. Afdalen ging, vooral voor Mienke, veel moeilijker en langzamer, aangezien haar bovenbeenspieren haar in de steek lieten. Het werd 5 uur in de middag en we waren nog maar net halverwege. Het werd onvermijdelijk om de rotsen af te dalen in het donker, en ik en houdijn waren de enigen met een lichtje. Met de gedachte, beter 3 met 2 lichtjes dan 4 met 2 lichtjes, gaf ik mijn lampje aan Mienke en daalde alleen zonder gids af, springend van rots naar rots en haastend door de jungle probeer ik voor het donker het gevaarlijkste stuk voor bij te zijn. Onderaan lift ik met een local naar het dorpje en kom in het donker om 6 uur aan. Ik zeg de hotel eigenaar dat Mienke en Houdijn nog steeds aan het afdalen waren. Ongerust stuurde hij zijn zoon met een brommer naar hun toe, zodat ze niet nog een uur naar het dorp hoefden te lopen. Gelukkig waren ze rond 9 uur weer terug, zij het met knikkende knieën. De dag erna besluit ik te relaxen en me klaar te maken om verder alleen te reizen.
San Juan del Sur: 5 uur ’s nachts kom ik aan in Granada, en omdat het te gevaarlijk zou zijn hierdoor heen te lopen werd ik met gepensioneerde soldaten naar de busterminal ge-escorteerd. Ik nam de eerste bus naar Managua, waar mn Nicaraguaanse nichtje Carolina me zou oppikken. Samen gingen we naar San Juan del Sur, de eerste stransplaats dat ik zal bezoeken aan de Pacifische kant van Nicaragua. In de avond kwamen we aan, en gingen we met een Toña op het strand zitten om te genieten van de brede golf lijn, het donkere zand, de zachte temperatuur, en de salsamuziek van een bruiloft achter ons. Na verrast te zijn door vuurwerk gaan we naar ons onderdak, die we alvorens naar het strand gingen goedkoop kunnen regelen. Dit keer had goedkoop een nadeel dat we eerder niet beseft hadden. Ons raampje keek uit op de binnenkant van een discotheek waar luide muziek de hele nacht door ons wat uit de slaap hield. Ook stond een auto vlakbij ons die de hele nacht het alarm had aanstaan, aangezien het alarm steeds opnieuw ging bij elke dreun van de bas uit diezelfde discotheek. Ik probeer het grappige er van in te zien, en sta dan vroeg op om het strand bij dag te zien. Boven op een rots staat een beeld van Jezus, die over het strand kijkt. Ik klets met Juan, een lokale vissersmannetje, die zijn ouders verloor toen hij 13 was. Hij verteld hoe hij overleeft in dit strandplaatsje en in plaats van af te vragen hoe zijn haar zit, is hij dagelijks bezig met de vraag op er voor hem wel eten zal zijn. We keren aan het eind van de dag terug naar Managua, daar waar Carolina de helft van de week woont.
Managua: aangekomen in deze grote en drukke hoofdstad van Nicaragua, stappen we in de taxi om op zoek te gaan naar onderdak. Carolina doet mn raam dicht en mn deur op slot, en doet mn camera die ik nog om mn nek had af en in de tas. Ik kijk haar aan, en besef dat dit misschien wel de meest gevaarlijke plaats is van Nicaragua. Te voet lopen we verder. Langzaam wordt het donker, en ik krijg een onheilspellend gevoel. Een straatbende, bestaande uit meer dan 10 jongeren van 12-15 jaar, passeert ons. Ze houden ons in de gaten, en op de enige plek waar we veilig zouden zijn, blijven we even zitten. Dit is een plek met 10 politie lui rondlopend in een parkje, waar moeders met hun kinderen komen spelen. Snel gaan we verder, en komen we aan in het onderdag, waar vriendelijkheid ongebruikelijk is. Wat een lelijke stad. Niemand die je kan vertrouwen en je continu bewust moeten zijn van wie naast je loopt, wat je in je zak hebt, wat ze kunnen zien en je continu af te moeten vragen hoe lang het nog duurt voordat het moment van beroving plaatsvind. Met de gedachte dat ze alles van me af mogen pakken, maar niet mijn leven. Carolina legt me uit dat er straatbendes zijn van weeskinderen die met berovingen hun bestaan hebben. De gangbare beroving is een mes tegen het lijf te houden. In Managua moet ik mn camera af doen omdat ik anders niet levens hier vandaan zou komen. Ik snap het niet goed, maar blijkbaar kunnen ze zelfs je flesje water of je schoenen jatten, en steken of schieten ze je zonder pardon neer om puur en alleen een camera. Ik begrijp nu dat ik he hier moet vermijden, hoewel het een doorgangshaven is voor de plaatsten die ik wil gaan beoeken. Snel neem ik de volgende ochtend de bus naar Granada, waar Carolina, die voor werk weer terug moest naar Managua, me achterlaat in een mooi onderkomen.
Granada: ik kom aan in een erg mooie stad, Coloniaal getint. Het heeft een erg spaans uiterlijk, met mooie gekleurde huisjes. Ook hier is het gevaarlijk, aangezien het centrum bevolkt wordt door de rijkere buitenlanders, en daaromheen de armere nicaraguaanse bevolking woont. Bij toeval kom ik Mienke en Houdijn (die net een beetje bijkwam van een gastro-intestinaal probleem) tegen, en lopen we samen door Granada. In woorden niet te omschrijven hoe mooi dit stadje is. Ik drink in de avond een toña, eet enchilada, met nadien gebakken mango brood (heerlijk!), en ga tevreden in mn erg goedkope hostel slapen, om Masaya te gaan bezoeken.
Masaya: omdat dit vlakbij Granada ligt, besluit ik een dagje Masaya te doen. De stad van de ‘mercado de artesanias’ (kunstdingen markt), waar de typische nicaraguaanse handwerken verkocht worden, zoals schilderijen, beeldjes, bals houten toekannetjes en hangmatten. De hangmatten die door het land verkocht worden, zijn hier gemaakt. Ik loop langs de Malecon (=boulevard), die lang een laguna van masaya loopt, grenzend aan een vulkaan. Een mooi gezicht.
Leon: terug van Masaya en Granada moet ik weer langs het verschrikkelijke Managua. Aldaar wacht op het drukke busstation Esperanza, die met me meereist naar Leon, om daar mn Nicaraguaanse zusje Pamela op te zoeken, om samen Leon te gaan zien. Als eerst gaan we naar Poneloya, een plaatsje vlakbij Leon, waar een ander Pacifische strand te veroveren valt. Erg mooi en verlaten! Na een dagje relaxen op het strand, bezoeken we met zn 3-en een bar waar live, spaanse liedjes worden gespeeld op een spaanse gitaar. De volgende dag liet ik me door een oud-oorlog veteraan informeren in het ‘museum van de revolutie’ over de oorlog in Nicaragua. Hier bevinden zich de Sandinisten, aanhangers van de ooit door Samosa vermoorde Sandino. Sandino kwam voor de boeren in Nicaragua op, en had soortgelijke idealen als Che Guevara. Tegenwoordig is de de overheid corrupt en verwacht Carolina dat de verkiezingen in november dit jaar Managua nog een stuk extra onveilig zal maken. De huidige president heeft overal een mannetje, en kan winnen zonder dat de mensen op hem gestemd hebben. De dictatuur in een democratische organisatie.
Na wat rondgereisd te hebben kom ik terug in San Carlos, om uit te rusten en afscheid te nemen van de familie, het ziekenhuis en het klimaat. Ik laat me verleiden om naar een laatste verjaardag te gaan van een tio (=oom) in Chontales, Santo Thomas (waar ik eerder ben geweest voor een 15-jarige verjaardag). Ze zeggen op de finca (=tuin op het platteland) een varken te gaan slachten, en een groot eetfestijn op me zal wachten. Ik besluit heen te gaan, nadat ik bijkom van mn laatste avondje in de Champa
Reacties
Reacties
Dat was dan wel een spannend gebeuren zeg maar danheb je ook wat om te vertellen !
Je hebt je wel solide opgesteld kennelijk want naar ik meen begrepen te hebben ben je nog heel en heb je geen essentiele zaken onvrijwillig achtergelaten.
Groet en blijf heel !
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}