rikuil.reismee.nl

Naar Mozambique?

Op Schiphol wachtte ik in de slurf op mijn beurt om het vliegtuig in te gaan. Aldaar sprak een man me aan: ā€œjij gaat vast naar Zuid-Afrikaā€. Hij is zendeling en is een dokterspost en een schooltje aan het opzetten in Mozambique, waar hij nu voor de 18e keer heen gaat. Na wat kletsen stelde hij voor dat ik mee reed richting het Krugerpark. Ik nam plaats op mn stoel, en dacht hierover na aan de hand van mn reisboekje. In CaĆÆro stap ik over en kom ik in de ochtend aan in Johannesburg. Ik besloot mee te liften met deze zendeling die in ā€˜Ogiesā€™, bij Zuid-Afrikanen zou overnachten, waar ik dan ook kon overnachten. Het is een soja boerderij, met alle luxe uit Europa: van warm water tot tv. Ik praat daar in het Afrikaans over het christendom, over mijn plannen, en over de cultuur. Enge verhalen komen me tegemoet over parasieten en toverdokters. De boer liet me zijn teen zien, omdat hij last had van wormpjes die zichtbaar onder zijn huid rond krioelen. Ze vertellen dat toverdokters grote wonden insmeren met koeienpoep en dat zij een ziekte kunnen genezen door het goed te maken met voorvaderen, of mensen te verlossen van een vloek. Afrikaans is overigens een grappige taal: ā€œjij hier same met Gerrit Jan gevlieg, en hier gekom om praktisch te doen ā€ (= jij bent samen met Gerrit Jan hierheen gevlogen en je gaat hier stage lopen). Het eten hier was baya lekker (heel lekker): pompoen, schapenvlees en gebakken aardappel. Allen vertellen ze over het Christendom en over wat de Heer voor hun gedaan heeft. Een uitnodiging, een gevoel en nieuwsgierigheid doen mij besluiten om mee te reizen naar Mozambique. 12 uur rijden in een Jeep, over verharde en onverharde wegen met overstekende slangen. Dina, een wat oudere Zuid-Afrikaanse dame (ook zendeling) gaat ook mee, en vertelt over de ā€˜zwartmensenā€™ en ā€˜witmensenā€™ in Afrika. Gerrit-Jan verteld over de kliniek en het schooltje en over wat hij nog meer wil gaan doen. Onderweg komen we cashew plantages tegen die ze in zakjes langs de weg verkopen. Aangekomen zie ik een typische Afrikaans plaatje. Kleine zwarte kinderen, rennend over het zand, hutjes van riet, omringd met kippen en geitjes. Met een vrachtwagentje (uit Nederland oververscheept), rij ik mee om een groep vrouwen van een religieuze bijeenkomt thuis te brengen. Achterin de bak kijk ik rond over een bos vol palmbomen, en luister ik naar hun dankliederen die ze met veel handgeklap zingen. Jeetje, zo arm, maar zo blij en dankbaar. Ze spreken hier Chopi ( zeer onbegrijpelijk), en Portugees, wat met mn Spaans redelijk volgbaar is. Gerrit-Jan heeft mooi werk verricht: mooie huisjes, een waterput (handmatig gegraven en 30 meter diep!), een watertoren, en een aggregaat om stroom op te wekken en water uit de put te pompen. De kliniek heeft oude ziekenhuisbedden uit Zwolle, 2 spreekkamers, een kraamkamer en een bevallingskamer. En wat er nu aan personeel is? 2 verpleegkundigen. In de kliniek kom ik volgens hun als geroepen, aangezien de Nederlandse (gepensioneerde) huisarts, nu net 3 weken weg is. Vlak voor vertrek ontmoette ik hem en zei hij dat men hier gewoon moet doen wat nodig is (niet volgens alle regels dus) en dat men een vacuĆ¼m extractie met een fietspomp doet. Meteen moest ik in de kliniek een kindje beoordelen, licht ondervoed en waarschijnlijk malaria. Als enige dokter voel ik, naast de zeer vergrote milt, ook de verantwoordelijkheid. Geen arts of begeleider waar ik achter kan schuilen. .

Vertrek naar Zuid-Afrika

En ja, dan is het zo ver. Deel 2 van mijn avontuur. Zuid-Afrika. Na een vakantie in de Dominicaanse Republiek had ik net genoeg tijd om mijn tas uit te pakken en weer in te pakken. Vandaag half 10 kreeg ik, nadat hij vorige week afgekeurd was, een mail dat mijn aanvraag (wetenschappelijke stage) nu wel akkoord is bevonden door de professor van de universiteit. 'Ruim op tijd', aangezien ik vanmiddag om 3 uur via CaIro naar Johannesburg vlieg.

Ik zal de meeste tijd verblijven in Mtunzini, en 'werken' in het ziekenhuis in Empangeni. Geen spannende dingen tot nu toe. Momenteel zit ik in de trein naar Schiphol. Sinds wanneer hebben ze daar draadloos internet? Hopelijk dat ze dit ook in Zulu-land hebben....

Rondreis Nicaragua ( Ometepe, Masaya, Leon, Granada, Managua, San Juan del Sur)

Ometepe: na het einde van de stage in het ziekenhuis besluit ik wat meer van het land te gaan zien. De 2-wekelijks boot naar Isla Ometepe (Ome=twee, tepe=vulkanen) duurde 11 uur, en bracht ik door in een hangmat die ik meenam en aan de reling van de boot wist te knopen. Super handig en erg aangenaam! Mn eerste dag op dit relaxte eiland in het meer van Nicaragua huurde ik een fiets, en ging ik het hele eiland door, om uiteindelijk in een cristalwater bron genaamd Ojo de Agua (oog van water) te relaxen. Rondfietsend had ik telkens zicht over de twee vulkanen (Maderas, ongeveer 1300 m en ConcƩpcion, 1610 m hoog), en ik was dan ook vastberaden om de 2e dag op de top van de grootste te gaan staan. Mienke en Houdijn (vriend van) gingen ook, en onze tocht begon half 6 in de ochtend. Door de jungle, en over rotsen, en langzaam begin ik mn benen te voelen. Halverwege hoorden we Mienke achter ons gillen, en haasten we ons naar haar toe. Ze was een aantal meter over de rotsen gekukeld en had her en der wonden welke de gids verbond. Half 1 waren we bij de top, in de zwavel lucht, en de aarde gloeiend heet onder de voeten. Na korte tijd keerden we terug, omdat het te gevaarlijk is om in het donker terug te gaan. Afdalen ging, vooral voor Mienke, veel moeilijker en langzamer, aangezien haar bovenbeenspieren haar in de steek lieten. Het werd 5 uur in de middag en we waren nog maar net halverwege. Het werd onvermijdelijk om de rotsen af te dalen in het donker, en ik en houdijn waren de enigen met een lichtje. Met de gedachte, beter 3 met 2 lichtjes dan 4 met 2 lichtjes, gaf ik mijn lampje aan Mienke en daalde alleen zonder gids af, springend van rots naar rots en haastend door de jungle probeer ik voor het donker het gevaarlijkste stuk voor bij te zijn. Onderaan lift ik met een local naar het dorpje en kom in het donker om 6 uur aan. Ik zeg de hotel eigenaar dat Mienke en Houdijn nog steeds aan het afdalen waren. Ongerust stuurde hij zijn zoon met een brommer naar hun toe, zodat ze niet nog een uur naar het dorp hoefden te lopen. Gelukkig waren ze rond 9 uur weer terug, zij het met knikkende knieƫn. De dag erna besluit ik te relaxen en me klaar te maken om verder alleen te reizen.

San Juan del Sur: 5 uur ā€™s nachts kom ik aan in Granada, en omdat het te gevaarlijk zou zijn hierdoor heen te lopen werd ik met gepensioneerde soldaten naar de busterminal ge-escorteerd. Ik nam de eerste bus naar Managua, waar mn Nicaraguaanse nichtje Carolina me zou oppikken. Samen gingen we naar San Juan del Sur, de eerste stransplaats dat ik zal bezoeken aan de Pacifische kant van Nicaragua. In de avond kwamen we aan, en gingen we met een ToƱa op het strand zitten om te genieten van de brede golf lijn, het donkere zand, de zachte temperatuur, en de salsamuziek van een bruiloft achter ons. Na verrast te zijn door vuurwerk gaan we naar ons onderdak, die we alvorens naar het strand gingen goedkoop kunnen regelen. Dit keer had goedkoop een nadeel dat we eerder niet beseft hadden. Ons raampje keek uit op de binnenkant van een discotheek waar luide muziek de hele nacht door ons wat uit de slaap hield. Ook stond een auto vlakbij ons die de hele nacht het alarm had aanstaan, aangezien het alarm steeds opnieuw ging bij elke dreun van de bas uit diezelfde discotheek. Ik probeer het grappige er van in te zien, en sta dan vroeg op om het strand bij dag te zien. Boven op een rots staat een beeld van Jezus, die over het strand kijkt. Ik klets met Juan, een lokale vissersmannetje, die zijn ouders verloor toen hij 13 was. Hij verteld hoe hij overleeft in dit strandplaatsje en in plaats van af te vragen hoe zijn haar zit, is hij dagelijks bezig met de vraag op er voor hem wel eten zal zijn. We keren aan het eind van de dag terug naar Managua, daar waar Carolina de helft van de week woont.

Managua: aangekomen in deze grote en drukke hoofdstad van Nicaragua, stappen we in de taxi om op zoek te gaan naar onderdak. Carolina doet mn raam dicht en mn deur op slot, en doet mn camera die ik nog om mn nek had af en in de tas. Ik kijk haar aan, en besef dat dit misschien wel de meest gevaarlijke plaats is van Nicaragua. Te voet lopen we verder. Langzaam wordt het donker, en ik krijg een onheilspellend gevoel. Een straatbende, bestaande uit meer dan 10 jongeren van 12-15 jaar, passeert ons. Ze houden ons in de gaten, en op de enige plek waar we veilig zouden zijn, blijven we even zitten. Dit is een plek met 10 politie lui rondlopend in een parkje, waar moeders met hun kinderen komen spelen. Snel gaan we verder, en komen we aan in het onderdag, waar vriendelijkheid ongebruikelijk is. Wat een lelijke stad. Niemand die je kan vertrouwen en je continu bewust moeten zijn van wie naast je loopt, wat je in je zak hebt, wat ze kunnen zien en je continu af te moeten vragen hoe lang het nog duurt voordat het moment van beroving plaatsvind. Met de gedachte dat ze alles van me af mogen pakken, maar niet mijn leven. Carolina legt me uit dat er straatbendes zijn van weeskinderen die met berovingen hun bestaan hebben. De gangbare beroving is een mes tegen het lijf te houden. In Managua moet ik mn camera af doen omdat ik anders niet levens hier vandaan zou komen. Ik snap het niet goed, maar blijkbaar kunnen ze zelfs je flesje water of je schoenen jatten, en steken of schieten ze je zonder pardon neer om puur en alleen een camera. Ik begrijp nu dat ik he hier moet vermijden, hoewel het een doorgangshaven is voor de plaatsten die ik wil gaan beoeken. Snel neem ik de volgende ochtend de bus naar Granada, waar Carolina, die voor werk weer terug moest naar Managua, me achterlaat in een mooi onderkomen.

Granada: ik kom aan in een erg mooie stad, Coloniaal getint. Het heeft een erg spaans uiterlijk, met mooie gekleurde huisjes. Ook hier is het gevaarlijk, aangezien het centrum bevolkt wordt door de rijkere buitenlanders, en daaromheen de armere nicaraguaanse bevolking woont. Bij toeval kom ik Mienke en Houdijn (die net een beetje bijkwam van een gastro-intestinaal probleem) tegen, en lopen we samen door Granada. In woorden niet te omschrijven hoe mooi dit stadje is. Ik drink in de avond een toƱa, eet enchilada, met nadien gebakken mango brood (heerlijk!), en ga tevreden in mn erg goedkope hostel slapen, om Masaya te gaan bezoeken.

Masaya: omdat dit vlakbij Granada ligt, besluit ik een dagje Masaya te doen. De stad van de ā€˜mercado de artesaniasā€™ (kunstdingen markt), waar de typische nicaraguaanse handwerken verkocht worden, zoals schilderijen, beeldjes, bals houten toekannetjes en hangmatten. De hangmatten die door het land verkocht worden, zijn hier gemaakt. Ik loop langs de Malecon (=boulevard), die lang een laguna van masaya loopt, grenzend aan een vulkaan. Een mooi gezicht.

Leon: terug van Masaya en Granada moet ik weer langs het verschrikkelijke Managua. Aldaar wacht op het drukke busstation Esperanza, die met me meereist naar Leon, om daar mn Nicaraguaanse zusje Pamela op te zoeken, om samen Leon te gaan zien. Als eerst gaan we naar Poneloya, een plaatsje vlakbij Leon, waar een ander Pacifische strand te veroveren valt. Erg mooi en verlaten! Na een dagje relaxen op het strand, bezoeken we met zn 3-en een bar waar live, spaanse liedjes worden gespeeld op een spaanse gitaar. De volgende dag liet ik me door een oud-oorlog veteraan informeren in het ā€˜museum van de revolutieā€™ over de oorlog in Nicaragua. Hier bevinden zich de Sandinisten, aanhangers van de ooit door Samosa vermoorde Sandino. Sandino kwam voor de boeren in Nicaragua op, en had soortgelijke idealen als Che Guevara. Tegenwoordig is de de overheid corrupt en verwacht Carolina dat de verkiezingen in november dit jaar Managua nog een stuk extra onveilig zal maken. De huidige president heeft overal een mannetje, en kan winnen zonder dat de mensen op hem gestemd hebben. De dictatuur in een democratische organisatie.

Na wat rondgereisd te hebben kom ik terug in San Carlos, om uit te rusten en afscheid te nemen van de familie, het ziekenhuis en het klimaat. Ik laat me verleiden om naar een laatste verjaardag te gaan van een tio (=oom) in Chontales, Santo Thomas (waar ik eerder ben geweest voor een 15-jarige verjaardag). Ze zeggen op de finca (=tuin op het platteland) een varken te gaan slachten, en een groot eetfestijn op me zal wachten. Ik besluit heen te gaan, nadat ik bijkom van mn laatste avondje in de Champa

Filmpje Corn Island

http://www.youtube.com/watch?v=mwaaUC4ecOk

Korte blik van Corn Island. Plus een flora/fauna/lifestyle instructie, en wat onduidelijkheid over waar Nederland nou ligt. Ja, het laatste stukje (beest) is misschien wat lang.

Corn Islands

De feestdagen in Nicaragua waren teleurstellend! Ze hebben hier maar 1 kerstdag, waarop hier in San Carlos weinig bijzonders gebeurd. We aten net een beetje anders dan anders: gallina rellena ( = gevulde kip); en er was geen kerstboom, nauwelijks sierverlichting en we werden niet zoals in Nederland doodgegooid met steeds dezelfde kersthits.Wat me eigenlijk het meeste kerstgevoel gaf was de wondzalf die ik op mijn knieƫn smeerde, welke de geur had van het spijs van het Nederlandse kerstbrood. Die zalf moest ik wel kopen, aangezien ik door het verbandmateriaal heen was die ik uit Nederland had meegenomen.

De laatste wedstrijd van het voetbaltoernooi (genaamd het NavideƱo), welke we niet al te best gedaan hebben aangezien we vroeg ge-elimineerd waren, speelden we na de kerst, en eindigde in gelijkspel doordat ik in een half uur 3 doelpunten wist te zetten. Als held (en topscoorder) van het team werd ik ontvangen door het ziekenhuispersoneel en had ik ineens meer vrienden die langs het voetbalveld met een biertje de wedstrijd volgden. De toch zeer matige kerst werd hiermee iets goedgemaakt, hoewel ik vooral blij was dat ik de wonden op mijn knieƫn gesloten wist te houden.

Om Oud en Nieuw op een iets minder saaie manier te vieren, en om onze vrije week goed te besteden besloten we naar Corn Islands te gaan. Dit zijn twee eilandjes, een grote en een kleine, en een vier uur durende bootrit vanaf Bluefields. In Bluefields zijn de meeste inwoners zwart, zijn er invloeden van de Misquitos (een van de vier rassen van Nicaragua) en is Creools (mix van Engels en Spaans)de gangbare taal. Gedurende deze flink schommelende bootrit op een grote pseudo-vissersboot over de Atlantische oceaan was 90% van de reizigers aan het braken geslagen. Ik en Mienke deden hier ā€˜vrolijkā€™ aan mee. Al brakende groeide de saamhorigheid in de cabine en liepen 2 bemanningsleden als plastic-zakjes-brigade heen en weer in poging de boot braakselvrij te houden. Ik raakte aan de praat met Rafael, een inwoner van Big Corn Island, die me de ins en outs kon vertellen. Flink brak kwamen we aan en werden we uitgenodigd door Rafael om een dag later kreeft te komen eten bij hem thuis. Oh wat was dat een verrukkelijke stuk kreeft, geserveerd met heerlijk gepaneerde garnalen! Samen met hem en zijn kids gingen we naar het strand, een witgele vlakte met een blauwgroene zee, en genoeg palmbomen. De dag later namen we een panga om naar het kleine eiland te gaan. Met een anti-misselijkheid pil en electrische apparaten ingepakt in plastic, reisden we af naar Little Corn Island. Dit eilandje is maar 1,5 km2, telt nog geen 500 inwoners, de taal is Engels en Creools en hier rijden geen motorvoertuigen. Een deel van de geschiedenis verteld dat de Britten hier vroeger Afrikaanse slaven naar toe haalden, die ze vervolgens Mais (ā€œCornā€) lieten verbouwen. Lopend over het eiland lopen we langs bomen met fruta de pan (een meelderig enorme vrucht die men hier frituurt), mango, cocos, papaya en sinaasappel (en her en der een ananasplant). Men kent hier qua brood alleen pan de coco (kokosnoot brood, jeminee wat lekker!), en de rijst is ook a la coco. De stranden zijn wit, de zee is blauwgroen, en de palmbomen met cocosnoten maken het Tropische beeld waar ik naar zocht helemaal af. A la Robinson Crusoe bouw ik op het strand een huisje van bamboe en ben ik in de weer met aangespoelde houtbrokken. Op Oudjaarsdag liggen we wat in onze hangmat, zwemmen we in de zee en op Oudjaarsavond genieten we van een ToƱa (Nicaraguaans biertje) bij het kampvuur op het strand. Het knisperende hout versus het geluid van de neerslaande golven, en de zachte avondfrisheid versus de warmte van het vuur. Middernacht met de jaarwisseling genoten we van wat vuurwerk in het kleine dorpje en sliepen we al gauw. 6 uur in de ochtend rolde ik van mijn bed naar het strand en van het strand de zee in. Helemaal alleen op het strand, alleen in de zee, met alleen het geluid van de zee en lang elkaar schurende palmbladen. De 2e dag van 2011 keerden we terug, aan boord van een vrachtschip. Tien uur in de avond vertrokken we, hangend in de hangmat of slapend op een paar ontvouwen kartonnen dozen. Tijdens deze 12 uur durende boottocht tussen vele andere hangmatten en de vele andere mensen op de vloer, voeren we over de Rio Escondido direct naar El Rama, een plaats meer landinwaarts vergeleken met Bluefields. Ik lig in mijn hangmat en doe mijn ogen open in de vroege ochtend. Redelijk uitgerust zie ik de net opgekomen zon die de jungle aan weerszijden van de rivier verlichtte. Ik klets wat met een Nicaraguaan over de geschiedenis en de politiek van Nicaragua, totdat we aankomen in El Rama, waar we direct de bus nemen richting huis. De busrit verloopt zoals bijna elke andere busrit. Links van me zit een zwangere vrouw met een kind op schoot, voor me staat een stinkende boer met een machete (groot plattelands mes) dicht tegen me aan, rechts staat een een vrouw met een grote zak sinaasappels van haar finca, en achter me heb ik gelukkig een paar centimeter aan rugleuning, die ik deel met die zwangere vrouw. Terug in huis wens ik de familie gelukkig nieuwjaar en ga met weer een nieuwe ervaring naar bed.

Stille nacht, koude nacht

Voetbaltoernooi:

En ja, na het meegesleurd te zijn in het voetbaltoernooi heb ik nu een aantal wedstrijden meegespeeld. Ik als refuerzo holandes (hollandse versterking) krijg na de eerste wedstrijd aanzien nadat ik wat mooie acties had laten zien. Het veld is van klei en stenen, en soms een plukje gras. Het is net een harde woestijn. Uit fanaticisme rende, viel en sprong ik heen en weer. Mijn kniƫn liggen open, blaren op mn tenen (ja, ik moest als tacano natuurlijk de goedkoopste voetbalschoenen kopen, wel 6 dollar) en mijn spieren aangeslagen, aangezien ik als 10 jaar niet meer gespeeld had. Als semi-held keer ik terug in het ziekenhuis, om steeds maar weer te moeten uitleggen wat ik met mijn knie gedaan had. Het voetbal duurt tot de 31e december. Eerst even bijkomen, want we gaan naar Solentiname en Esperanza Uno...

Onvergetelijke trip solentiname

We zouden met kerst in Esperanza Uno zitten, een dorpje met een grote familie, waar gedanst en gefeest zou worden. Alvorens we hier naar toe zouden gaan, leek het Ineke, Mienke en Nelly leuk om een dagtripje naar Solentiname te maken, het eiland in het meer van Nicaragua. De dag tevoren betaalden we benzinegeld aan de pangero (de bootbestuurder), die Ineke en Nelly ergens van kenden. Met zn allen vertrekken we in de felle zon in de ochtend, nadat de pangero nog wat benzine moest regelen. Het ritje was mooi, en tijdens de rit kletsen we met wat familie leden van Nelly, natuurlijk om te integreren. Aldaar meren we aan op Solentiname, bij een huisje aan het water. Klinkt luxe, maar nee, de keuken bestaat uit een veredelde barbecue, en een hangmat is het meest comfortabele wat daar was. Geeft niets natuurlijk, want we houden van avontuur. Iedereen zwom in het meer, behalve ik, aangezien ik niet wilde dat al die wonden van het voetbaltoernooi zouden gaan infecteren met het ongedierte wat daar leeft. Na een maaltijd dat bereid werd in de pseudo-keuken liepen we een rondje over het eiland. Aldaar zagen we een Ara in een boom zitten, en vele oropendulas (vogels met een felgele staart (oro=goud), die alleen geluid maakt wanneer hij voorover buigt vop een tak, oftewel pendelt...). Terugkomend bij de panga, claimt de pangero dat we meer benzine moeten kopen. Ineke begon te discussiĆ«ren over dat dit niet de afspraak was, maar moest wel akkoord gaan om wat op te halen. Langzaam wordt het schemerig, en na het kopen van 3 gallones, keren we terug. Tijdens het begin van de rit valt het me op dat we niet erg snel gaan, en dat het snel donker wordt. Het is half 7, nadat we half 6 waren vertrokken. De familie van Nelly waren vrolijk vele liedjes aan het zingen. Vrolijk zong ik mee, wanneer ik een liedje ook kende. Verbaasd keek Ineke wanneer ik verscheidene liedjes helemaal mee kon zingen. Het meer werd iets wilder, en ik begon te denken dat het niet verantwoord was om in het donker over het meer te gaan. Bij de excursies van de MINSA was het erg strikt dat ze vĆ³Ć³r 5 uur terug waren op de kade in San Carlos, en dat ze bij het leger zich hadden ingeschreven. Plots houdt de motor op. Een man, toevallig gids, mompelde in het spaans dat hij wist dat we niet genoeg benzine hadden. De pangero blijft stil. Ineke raakt in paniek. We kijken op onze telefoons, maar niemand heeft bereik. Plots zie ik 1 stipje bereik, en snel sms ik S.O.S. naar verscheidene mensen in San Carlos, mijn zusje, onze vriendin esperanza, en de vader van mijn gastgezin. De familie van Nelly waren nog liedjes aan het zingen, terwijl Ineke meer gestressd werd. Langzamerhand werd het 9 uur, nog steeds zonder hulp. Het begon kouder te worden, en ik hoor dat we geen instanties mochten inschakelen omdat de pangero illegaal op het meer zoumanoeuvreren. We kruipen tegen elkaar aan om nog wat warmte vast te houden. Wanneer ik twee stipjes bereik had, belde de brandweer, en daarna het leger. Ik gaf de telefoon aan de pangero, die zei dat alles in orde was. Niemand komt ons halen dus. Nogmaals, nu dat het 10 uur is, belt de brandweer, en ik geef nu de telefoon aan Nelly, die fel en vol Spaans gevloek de mensen probeert te mobiliseren. Esperanza liet met een sms weten dat het leger zich aan het klaarmaken was om te gaan. Dat ze op het moment van vertrek werden tegengehouden door de burgemeester (die ook ingeschakeld was, door wie dan ook), omdat de panga van de gemeente ons wel kon ophalen. Het is 11 uur, het is koud en eindelijk lokaliseren zij met lichtsignalen (van een zaklampje en telefoonlicht), waar we zitten en slepen ze ons aan de kant. Blij met aarde onder de voeten keer ik naar huis, wanneer ik gebeld wordt door het leger om te bevestigen dat we zijn aangekomen. Al thuis, kom ik erachter dat de pangero een historie van oorlog, en drugsverslaving. Ook ontdek ik dat inschrijving bij het leger noodzakelijk was, aangezien in de avond en nacht alleen maar narcotische vaartuigen opereren. Volgens Ineke werden we alleen opgehaald omdat er 3 Nederlanders op de panga zaten, en het slechte publiciteit zou zijn als er met de ā€˜enigeā€™ toeristen in San Carlos iets zou gebeuren. En dat terwijl ze het toerisme hier zo ontzettend proberen op te zetten en te promoten. Na het verloren ronddobberen op het meer in de nacht, en in aanraking te zijn geweest met corruptie en politieke toestanden hebben we niet zoveel trek om met dezelfde familie de kerst door te brengen, en besluiten we in San Carlos te blijven. Saai, maar veilig.

verjaardagen

El Almendro. Nogmaals gaan we op een missie met de brigade. Nu wat uitgebreider: met een klinisch vrachtwagentje (ā€˜clinica movilesā€™), pickup truck en ambulance. Na flink door elkaar geschud te zijn, doe ik met de dokter consulten. Een en al parasieten, pijntjes en blaasontstekingen. Omdat dit de eerste keer was dat het vrachtwagentje gebruikt werd, werd de excursie gefilmd. We lopen na afloop wat rond in el almendro, kletsen met de pastoor en plukken en eten we verscheidene vruchten van de boom: mandarijnen, sinaasappels en hete chili. Dit laatste is niet aan te raden, aangezien die pure pikantheid bijna het rook van mn smaakpupillen deed afkomen. Voldaan en met een nog steeds brandende tong keer ik liggend op een brancard van de ambulance terug naar San Carlos.

Quince aƱos in Santo Tomas. Als neef werd ik ontvangen in het huis van Silvia, die haar quince aƱos (15 jaar) vierde. Eerst gingen we na een drie en half uur busrit (wat een polvo=stof) even relaxen in santo thomas. Terwijl de tio (oom) liedjes op gitaar speelde, probeerde ik contact te leggen met de verschillende ā€˜nieuweā€™ familieleden. Omdat met een kerkdienst de 15 jaar werden ingezegend (=tradietie), moesten we ons in een net pak hijsen (wat ik natuurlijk niet in mijn backpack had zitten). Na de kerkdienst ging ik in mijn geleende pseudo-pak naar de tent waar de15 jaar gevierd zou worden, boven op een heuvel, mooi uitkijkend op chontales (de deelprocincie). De eerste dans van de jarige ging volgens de traditie met haar vader, vervolgens broers, en toen de neven. Hmm, ja, omdat ik als neef ontvangen werd, moest ik ook mijn danskunsten voor de hele familie tonen, met de cameraman in de achtervolging. Na flink gedanst te hebben, keren we terug om te overnachten in het huis van de familie. We keren de dag erna terug en nemen ā€˜mijnā€™ neefje van 12 jaar, Orgel, mee San Carlos.

Verjaardag. 5 uur smorgens werd ik wakker, met gebonk op mn deur. Met mn niet wakkere hoofd opende ik de deur, en zag ik Mienke, Ineke, Nelly en Nelking, zingend voor mijn deur. Ze zongen de maƱanitas, een traditie waarbij je bij zonsopgang iemand toezingt. Nog wat verbijsterd begin ik aan mn (verjaar)dag in het ziekenhuis, wachtende op een bevalling. Rond 12uur deed het ziekenhuispersoneel wat geheimzinnig, en voelde ik dat er iets kwam. Toen ik de operatiehok binnenliep stond het operatiepersoneel te wachten met wat hapjes en drankjes uitgestald, met spaanse verjaardagsliedjes op de achtergrond. Nogmaals verrast, ga ik terug naar de afdeling Gynecologie, op zoek naar nog dezelfde bevalling. Vlak nadat ik vrij zou zijn kwam de bevalling. Ik bleef om deze niet te laten ā€˜glippenā€™. Ik bracht het kind ter wereld, waarna een collega zei: dit is nu feliz compleanos (gefeliciteerd),... dit is ons kado voor jou. Thuisgekomen, komt Esperanza langs, een collega. Ook Mienke zie ik ineens voor mn huis staan. Hmm, wat gek, ... wat gaat er nu gebeuren.... Na erg verdacht over koetjes en kalfjes te moeten praten, wordt ik meegesleept naar een restaurantje, waar verscheidene collegaā€™s en vrienden op me staan te wachten. Alhier drinken we toƱa en flor de caƱa, en kletsen we wat raak. Van Mienke en Ineke kreeg ik een erg mooie hangmat!! Mijn dag eindigde dus met nog een verrassing. Esperanza en Mienke hebben dit samen bekokstoofd, errug lief!!

De rest van de week vervolgen we in het ziekenhuis. De eerste beoordeling hebben we na veel uitleg en organistatie met Ineke ook teweeg kunnen brengen. Hmm, de chirurg vind dat ik de chirurgie in moet... Na in het ziekenhuis wat nagepraat te hebben over de verjaardag, en we met collegaā€™s kletsen over het aankomende voetbaltoernooi, bevind ik me ineens aan de operatietafel als hoofdoperateur voor een chirurgische sterilisatie. Min of meer een blindedarm operatie, maar dĆ”n knip je de eileiders eruit. Na een felicitatie van de gynaecoloog (voor mijn 1e sterilisatie) en de zoveelste keizersnede, vervolgde ik trots mijn dag op het voetbalveld. Ja, ik heb me in een voetbaltoernooi laten praten (het ziekenhuis team), nooit wetende dat dit eigenlijk een erg serieuze bedoening was. Aangekomen zie ik dat ze veel fanatieker zijn dan dat ik ooit gespeeld heb. Nee, ik ben niet lui,... maar gemakkelijk :) Voorlopig noemen ze me ā€œel refuerzo holandesā€ (de hollandse versterking), niet wetende dat dit waarschijnlijk flink tegen zal vallen, aangezien ze Holland associeren met voetbal van hoge kwaliteit.... Om dus het integratieproces een extra impuls te geven, doe ik als enige chele (bleekscheet) mee, in het grote Navideno van San Carlos, het toernooi waar iedereen het in San Carlos over heeft. Thuis is het nu wat drukker, Orgel, het neeftje, Pamela, ā€˜mijn zusjeā€™, Luis ā€˜mijn broerā€™, en ā€˜Luis en Sylviaā€™. Elke dag na het ziekenhuis klets en stoei ik met Orgel, een vrolijk speels kereltje.

Planning?: vrijdag enz aterdag Champa! zondag 1e wedstrijd, dinsdag naar San Juan del Norte met de brigade

@ Allen: bedankt voor de vele felicitaties, op de blog, facebook, hyves en mail!!!

Filmpje Nica

http://www.youtube.com/watch?v=_4FfJSKgzME